Lucia Meeuwsen
  Home  
  Repertoire  
  Discografie  
  Beelden  
  Recensies  

 

 
 

 

 

Als er een leerling naar mij toekomt, luister ik naar wat hij/zij kan.
Of het een amateur of professional is maakt mij niet uit; ik luister naar de mogelijkheden van een stem, geef een aanwijzing, en kijk dan wat er gebeurt; hoe iemand omgaat met een suggestie tot verandering.

Het kan dat iemand het meteen oppikt en dat we in verrassend onderling begrip snel vooruit kunnen. Het kan ook, dat meteen al blijkt hoezeer een leerling vastzit, fysiek zowel als mentaal, en dat er nog een hele lange weg te gaan is, voordat de vrijheid tot zingen – zoals het die persoon gegeven is - bereikt is.

Nog eens zeg ik: het maakt mij niet uit. Ik geef iedereen even lief les. Kijk naar de mens, zijn bevattelijkheid, zijn mogelijkheden; probeer die binnen zijn bereik te brengen, samen met het plezier in het zingen. En dat gaat heel goed.

Ik heb les gegeven op het conservatorium –Amsterdam- dus aan jonge mensen in opleiding. En ook aan mensen nà hun opleiding, als zij al volop functionerend als zanger toch behoefte hadden aan controle, verandering, verbetering, kennis van repertoire etc.

Ik geef les aan hen wier aspiraties om te zingen ik serieus kan nemen.

 

Interview

- Is er iets waar je mee wilt beginnen?

Ik begon vroeg met zingen. Als kind sprak ik weinig, en de zang kwam als een onverwachte en welkome mogelijkheid tot uitdrukking. Bij ons thuis werd veel gezongen, ik ging in een koor zingen, een goed koor, met een uitstekende dirigent (Ad de Groot), en theorieleraar op het Conservatorium in den Haag. Op mijn 16de jaar kreeg ik theorieles van hem en zangles van Annie Hermes, ook docente op het Conservatorium.

- Dan was je wel al jong serieus bezig zeg…

Ja, ik was meteen gepakt door de muziek. En het zingen ging zo goed dat ik op mijn 17de werd toegelaten tot de zang-opleiding.
Dat was in ’67, toen het Haagse Conservatorium zich verheugde in een sensationele bloei op haast alle gebieden van de muziek. Reinbert de Leeuw, Louis Andriessen, Frans Brüggen, Konrad Boehmer, Dick Raaijmakers (electroniese muziek) gaven er les, terwijl ze tegelijkertijd midden in hun eigen ontdekkingen en aan het begin van hun carrières stonden. Er heerste een revolutionaire sfeer, alles kon en gebeurde ook. We organiseerden zelf concerten (succesvolle!), lezingen, vroegen en kregen gastdocentschappen (Harnoncourt!). Alles ging open voor mij en iedere vraag werd meteen op een onvoorstelbaar vakkundige manier beantwoord.

- Maar viel je dan niet in een zwart gat na je opleiding?

Nee integendeel, ik ging door met die mensen, en zij met mij. Ik zong premières van Peter Schat (To you, Canto General, Het vijfde seizoen). Bij het Schönberg-ensemble, dat toen onder mijn neus ontstond op het Conservatorium o.l.v. Reinbert de Leeuw zong ik ‘Pierrot Lunaire’ van A. Schönberg, ‘Folksongs’ van L. Berio.

-En dat ging allemaal goed?

Pas ná mijn opleiding attendeerde mijn zangpedagoge Annie Hermes mij op het eindige van mijn natuurlijke, onbewuste wijze van zingen. Had zij het daarvóór gedaan, misschien was ik zo in de war geraakt dat ik gestopt was. Zij vond in mij een gewillige leerlinge. Iets in mij waarschuwde mij ook; terwijl het spontane, gulle, gemakkelijk bij de hand te hebben zingen, leven, er overal om mij heen was en ik mijn gang kon gaan, was er toch in mijn achterhoofd iets dat mij onrustig maakte.

Ik ging een moeilijke, verwarrende periode in; onbewust van hóe moeilijk. Het ging om het vinden van mijn Stem, in spreken en in zingen.
Dat ging vergezeld van alles dat iemand die jong iets groots te behartigen heeft, moet doen om de vrijheid te vinden, dat ook te realiseren.
Ik kan zeggen dat ik mijn stem gevonden heb. En ik ben nog steeds bezig haar te ontwikkelen.

-Waar gaat het je om als je zingt?

Vrij zijn… De muziek, de tekst..; wij zangers zijn de enige musici die tekst hebben.

-En als je lesgeeft?

Luisteren.., en oplossen. Je kunt horen: ‘Oh, die zingt vals’, maar het is aan mij om een oplossing te vinden. Je moet erachter komen hoe het zit; of het muzikaliteit is die ontbreekt, òf techniek…
Je moet de basis goed kennen; spreken bijvoorbeeld, hetzelfde instrument en dus heel belangrijk..., net als de adem.
Goed spreken/zingen ontwikkelt de adem.., slecht spreken/zingen niet. Het is zo moeilijk te beschrijven. Je hebt geen instrument om te tonen; ons instrument zit binnen. Wat ik behartig bij de mensen die ik lesgeef, is die basis, de instelling van ‘je’ instrument, mentaal zowel als fysiek.

-Volg je een systeem?.., ìs er een systeem?

Nee.., iedereen is verschillend, dus je kunt niet uit de voeten met een systeem of methode.

-Maar…

Hier komt het meestal op neer, als ik met leerlingen bezig ben!..:

onbewust / onbekwaam
bewust / onbekwaam
bewust / bekwaam
onbewust/bekwaam

Het meeste, soms langdurige werk zit in de middelste twee, het plezier daaráchter te vinden, dat is de kunst.
Hoewel ik zelf onbewust/bekwaam begonnen ben, moest ik net als anderen diezelfde stadia doorlopen om uiteindelijk over mijn eigen stem te kunnen beschikken.
Heel fysiek: keelspieren, ademspieren, tong…

-Fysiek, voorstellingsvermogen en gevoel?

Gevoel..; dan zou ik willen zeggen: muzikaliteit, iets dat je niet kunt leren.
Een palet, probeer ik mijn leerlingen te geven.
Een basis.., in het zingen.
----------------------------------------------------------------------

 

 

 

 

 You Tube selectie 

Met Teo Joling 1 - Mozart
http://youtu.be/WRXwgZINkHc 

Met Teo Joling 2 - Johannes I
http://youtu.be/5xta1MA2NDI

Met Teo Joling 3 - La Fall
http://youtu.be/FyUPlbogkw8

Peter Schat To You (2/3
http://youtu.be/lzbljOA0IJA

Peter Schat - Canto General (1/4
http://youtu.be/JwQjXYPgfzo

Zekerig
http://youtu.be/sUi_O27Ewh8

Een Carmen
http://youtu.be/0dQ7XSQDkp0

Te beluisteren fragmenten uit
Lucia Meeuwsen &Ammerlaans Septe

http://www.muziekweb.nl/Link/JFX2012

te bekijken
http://401dutchdivas.nl/nl/mezzosopranen/403-lucia-meeuwsen.html